|
||||||||||||
| ||||||||||||
Formatie "gulden snede" wijst op nieuw tijdperk midzomer 2017
dagen geleden ging |
Gerelateerde formatie 22 mei 2010 Elders is al de aandacht gevestigd op de zeer opmerkelijke formatie in computertaal van 22 mei 2010. Dit voerde onder andere tot een rebus waarvan de decodering als volgt luidt: De nieuwe aarde wordt geboren; de overwinning neemt toe en zal daarmee tegelijkertijd de overwinning, die in het teken zal staan van het einde van liefdeloosheid, overschaduwen. De tanende wereld (van liefde) wordt tot macht verheven! Nieuwe formatie op midzomer 2010
De formatie in een notendop De formatie draagt een veelheid aan informatie in zich. De formatie verwijst onder andere naar de zogenaamde gulden snede, maar draagt ook andere imposante getallen in zich die allen een betekenis hebben. Om het overzicht niet te verliezen vat ik hier de bevindingen samen: Getalsmatig verwijst de formatie primair naar de gulden snede, de zogenaamde rij van Fibonacci en andere groeireeksen en daarnaast naar de getallen (9 ×) 359 en 1155. Deze getallen blijken de relatie met het verleden te leggen en wel van de aanvang van de Juliaanse (45 v.Chr.) en Gregoriaanse kalender (AD 1582), de aanvang van de Grote Cyclus van de Maya's (3114 v. Chr.), de Hebreeuwse kalender (3761 v. Chr.) en de Islamitische kalender (AD 622). N.B. 45 v. Chr. is het jaar -44, als we het jaar 0 ook meetellen, 3114 v. Chr. is het jaar -3113 en 3761 v. Chr. is het jaar -3760. Om rekentechnische redenen ga ik in het vervolg uit van de astronomische en niet de historische conventie. Deze worden in verband gebracht met kort op elkaar volgende einddata, die tegelijkertijd een nieuw begin inhouden. Daarbij mag niet vergeten worden dat de formatie is aangetroffen bij struikgewas, geknipt in de vorm van een hart, symbool voor liefde. De volgende verbanden worden gevonden: - het einde van de negen onderwerelden (waaronder de Grote Cyclus); deze eindigen op 28 oktober 2011 - het einde van de Gregoriaanse kalender op 28 februari 2017 - de aanvang van een nieuw tijdperk waarin liefde centraal zal staan en op 21 juni 2017 (7 jaar na de formatie) manifest is of wordt. In het navolgende worden eerst de diverse getallen van de formatie eruit gelicht. Daarna volgt de interpretatie, zoals de relatie met diverse kalenders. De gulden snede Bij nadere bestudering blijkt deze formatie primair het getal van de gulden snede φ tot uitdrukking te brengen: Vanuit het centrum van de formatie komt de lengte van de paden (wit in de figuur) precies overeen met de eerste 10 cijfers van de gulden snede φ, waarbij echter de eerste 0 overeenkomt met de decimale komma. Dit getal heeft een nauwe relatie met de harmonische verhoudingen in de natuur en alleen al in dit opzicht verwijst de formatie naar een herstel van de harmonische relatie met de natuur. Het tweede pad
Nu zagen we in het centrum van de formatie (de gulden snede), dat een 0 tevens een decimale komma kan zijn. Indien we daarom van het eerste getal (10681) de 0 vervangen door een decimale komma en verder de laatste twee cijfers (81) verwisselen, vinden we 1,618, wat opnieuw de gulden snede is, maar dan zoals gebruikelijk afgerond op drie decimalen achter de komma. Het gegeven dat de laatste twee cijfers overeenkomen met 81 in plaats van 18 houdt verband met het tweede getal zijnde 29.079. Daarvoor geldt namelijk: 29.079 = 81 × 359. Hier kunnen we dus nogmaals door 9 of zelfs 9 × 9 (= 81) delen en dat geeft als resultaat: 359 of 9 × 359. Daarnaast zal nog blijken dat de verwisseling van 18 door 81 te zien is in verband met het getal 1881, waarover later meer. De formatie bevat in de buitenste regionen nog twee losse open segementen en een inkeping van 3 segmenten. De twee losse segmenten zijn op te vatten als een dubbele 1. De betekenis daarvan in samenhang met de gulden snede komt tot uitdrukking in de zogenaamde rij van Fibonacci. Dit is een rij die begint met de dubbele 1, waarbij elk volgend getal de som is van de twee voorgaande getallen, dus de rij: 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, 144, 233, 377, 610, ... De eerste vijf getallen zijn terug te vinden in de periferie van de formatie als respectievelijk twee losse segmenten (1, 1), de som daarvan (2), een inkeping van 3 segmenten en het totaal aantal van 5 segmenten in de periferie. De rij van Fibonacci is een speciaal geval van een zogenaamde groeireeks. De relatie met de gulden snede bestaat daaruit dat de verhouding van twee opeenvolgende getallen een steeds betere benadering is van de gulden snede. Zo is de verhouding van bijvoorbeels 610 en 377: 610/377 = 1,618037... en inderdaad nagenoeg gelijk aan de guldensnede (1,61803399...). Een tweede bekende groeireeks is de zogenaamde rij van Lucas. Deze begint niet met 1, 1, maar met 1, 3: 1, 3, 4, 7, 11, 18, 29, 47, 76, 123, 199, 322, 521, 843, 1364, 2207, 3571, 5778, ... Deze rij heeft als extra bijzondere eigenschap dat naarmate we verder komen in de reeks, de getallen een steeds betere benadering zijn van de gulden snede φ tot de macht van een geheel getal. Zo is bijvoorbeeld het dertiende getal in deze reeks (521) nagenoeg gelijk aan φ13 (φ13 = 521,0019...). Daarnaast blijkt in een enkel geval nog een derde groeireeks van toepassing te zijn. Deze begint met 3, 2, wat tevens in overeenstemming is met de inkeping van 3 en 2 extra segmenten in de formatie: 3, 2, 5, 7, 12, 19, 31, 50, 81, 131, 212, 343, ... Priemgetallen
Bovendien is 1155 gelijk aan 21 × 55; beide getallen maken deel uit van de rij van Fibonacci.
Er blijkt een hoogst opmerkelijke relatie te liggen met het begin van de Juliaanse kalender. Dit is een hervorming van de Romeinse kalender en is op 1 Januari -44 door Julius Ceasar geïntroduceerd, daags voor nieuwe maan. De relatie wordt gevonden in het door de formatie weergegeven getal 1155. Het blijkt namelijk dat wanneer we 22 × 1155 lunaire maanden verder tellen we uitkomen op 11 juni 2010, dus slechts 10 dagen voordat de formatie is ontstaan.
De betekenis werd duidelijk toen ik ging bepalen met hoeveel synodische cycli van Jupiter de periode van 1 januari -44 tot de datum van de formatie overeenkomt. We vinden geen geheel getal, want het komt overeen met 1881,2 ≈ 1881 synodische cycli van Jupiter. Dat is hoogst opmerkelijk, want 1881 is niet alleen een combinatie van 18 en 81, zoals we al eerder zijn tegengekomen in relatie tot de omkering van de laatste twee getallen van phi (1,681 in plaats van 1,618), maar het is tevens gelijk aan 11 × 171 en dat sluit precies aan op de laatste 4 cijfers op de buitenrand (zie afbeelding, cijfers in geel). Drie van die vier cijfers vallen ook samen met dezelfde segmenten van de laatste 3 cijfers (399) van phi in de formatie en aan Jupiter zijn gerelateerd.
Er zijn veel aanwijzingen dat de zogenaamde negen onderwerelden op 28 oktober 2016 tot een einde zullen komen. Dit houdt dan ook verband met de schepping van de Juliaanse kalender. Het is dan ook geen toeval dat de periode van de aanvangsdatum van de Juliaanse kalender (1 januari -44) tot 28 oktober 2016 exact gelijk is aan 71 × 359 lunaire maanden. Dit heeft een nauwe relatie met het in de formatie gevonden getallen 359, 9 × 359 of 81 × 359. We vinden hier dus 71 i.p.v. 81, maar desondanks is toeval nagenoeg uitgesloten. Merk op dat 71 ook weer deel uitmaakt van de cijferreeks 1711; dat is de cijferreeks die begint bij de inkeping van drie segmenten.
Het pad aan de buitenrand geeft tevens aan dat er een relatie is tussen de van de gulden snede afgeleide rij van Fibonacci en 9 × 359. Het blijkt dat de vermenigvuldiging van het 13de getal in de rij van Fibonacci, namelijk 233 met 9 × 359 gelijk is aan het aantal dagen van 1 Januari -44 (aanvang Juliaanse kalender) tot en met 23 februari 2017 (huidige Gregoriaanse kalender). Dat komt op slechts vijf dagen na overeen met de feitelijke duur dat de Juliaanse kalender en zijn opvolger de Gregoriaanse kalender een scheppende kracht hebben. Daarbij is 23 februari volgens de traditie de feitelijke laatste dag van de kalendermaand februari, want van oudsher wordt de schrikkeldag na de 23ste ingelast. De Katholieke kerk heeft tot 1970 volhard in deze traditie. Overigens komen de laatste 38 kalendermaanden van de Gregoriaanse kalender overeen met de periode van 1 januari 2014 t/m 28 februari 2017. Deze periode omvat exact 3 × 5 × 7 × 11 = 1155 dagen in overeenstemming met een al vermeld belangrijk kerngetal van de formatie. Deze periode omvat circa 39 lunaire maanden en begint en eindigt ongeveer bij nieuwe maan en is op te vatten als een herhaling van de eerste 38 kalendermaanden/39 lunaire maanden (ook 1155 dagen) waarmee de kalender in -44 op 1 januari bij nieuwe maan is begonnen. Deze periode is op te vatten als de scheppingsperiode van de Juliaanse kalender. De periode van 1 januari -44 (nieuwe maan) tot 1 januari 2014 (nieuwe maan) omvat 2058 = 6 × 7 × 7 × 7 = 6 × 343 jaar. Daarbij maakt 343 deel uit van de groeireeks die met 3, 2 aanvangt en omvat 25.454 lunaire maanden. Dat aantal is gelijk aan 13 × 11 × 89 × 2 lunaire maanden en komt tevens overeen met 13 × 499 synodische cycli van Mercurius alsmede 13 × 11 × 9 synodische cycli van Venus. Dat is opvallend, enerzijds omdat we hier steeds veelvouden van 13 aantreffen en anderzijds omdat de relatie met Venus gebaseerd is op het principe dat 9 synodische cycli van Venus nagenoeg overeenkomen met 2 × 89 lunaire maanden. De getallen 13 en 89 maken deel uit van de rij van Fibonacci. Daarbij valt 1 januari 2014 precies 1290 dagen na de datum waarop de formatie is gecreëerd, is 129 gelijk aan het aantal segmenten van rechtop staand graan en maakt 1290 deel uit van het getal van het buitenpad, wanneer dat door 9 wordt gedeeld. Daarnaast geeft de formatie tevens een directe relatie weer tussen het begin van de Juliaanse kalender en het einde van de Gregoriaanse kalender op 28 februari 2017. Op 2 dagen na komt die periode namelijk overeen met 77 × 9777 dagen, waarbij 77 gelijk is aan het aantal staande segmenten dat deel uitmaakt van een cirkelboog (van 3, 5,7 of 11 aaneengesloten segmenten) en tevens gelijk is aan 7 × 11, zijnde de twee grootste priemgetallen waarnaar de formatie verwijst.
De Gregoriaanse kalender is op 15 oktober 1582 ingevoerd als kalenderhervorming van de Juliaanse kalender. Deze is doorgevoerd om de gemiddelde duur van het kalenderjaar nog beter overeen te laten komen met het feitelijke tropische jaar. Daarbij ligt er een opvallende relatie met de periode vanaf de introductie van de Gregoriaanse kalender door paus Gregorius XIII op 15 oktober 1582 en het einde van diezelfde kalender op 28 februari 2017, want deze periode omvat circa 610 Tzolkin-cycli (610 × 260 dagen) en 610 maakt deel uit van de rij van Fibonacci. De invoering van de Gregoriaanse kalender is aangekondigd op 24 februari 1582 (middels de bul “Inter gravissimas”) en wel ongeveer bij nieuwe maan. Precies 15 × 359 lunaire maanden later valt op 24 juli 2017. Dat is opmerkelijk, want dat valt slechts een maand na midzomer 2017 en zoals ik nog duidelijk zal maken is dat de belangrijkste datum in de toekomst waar de formatie naar verwijst. Ook de formatiecreatiedatum (21 juni 2010) heeft een relatie met het einde van de Gregoriaanse kalender op 28 februari 2017 en opvallend is dat de relatie wederom gevonden wordt in het getal 610 van de rij van Fibonacci. Het einde van de Gregoriaanse kalender staat in het teken van een ringverduistering die daar twee dagen aan vooraf gaat. De periode van de formatiecreatiedatum tot die ringverduistering omvat 2442 dagen en met een verschil van maar twee dagen is dat gelijk aan 4 × 610, waarbij 610 al eerder als getal naar voren kwam in relatie tot de Gregoriaanse kalender en deel uitmaakt van de rij van Fibonacci. Daarbij is 61 een fractaal van 610 en het is opvallend dat de cijfers van het pad die op de lijn liggen van de twee extra losse segmenten aan de buitenkant van de formatie (refererend naar het 2de en 3de cijfer van het pad) ook precies het getal 61 vormen. Dit getal komt zelfs nog een tweede keer voor in de cijferreeks van het pad. Er ligt ook een relatie tussen het begin van de Gregoriaanse kalender in oktober 1582 en het einde van de onderwerelden in dezelfde maand in het jaar 2016. Het gegeven dat de cijfers van het pad gesommeerd gelijk zijn aan 36 en in relatie tot Fibonacci naar 144 verwijst (want 4 × 36 = 144) heeft een relatie met het jaartal 1584, kort na de introductie van de Gregoriaanse kalender, alsmede het jaar 2016, want er geldt: 11 × 144 = 1584, 3 × 144 = 432 en het aantal jaren van 1584 tot 2016 en 14 × 144 = 2016
Het blijkt dat de periode van het begin van de Hebreeuwse kalender, namelijk 7 september -3760 (proleptische Gregoriaanse kalender) t/m het einde van de onderwerelden op 28 oktober 2016 nagenoeg exact overeen komt met 199 × 359 lunaire maanden. Het verschil is maar 3 dagen, die wordt veroorzaakt doordat 7 september -3760 circa 1 dag na nieuwe maan viel en 28 oktober 2016 twee dagen vóór nieuwe maan valt. Daarbij maakt het getal 199 deel uit van de rij van Lucas, die net als de rij van Fibonacci, op de gulden snede is gebaseerd die de formatie uitdraagt. Merk op dat 199 de dubbele negen in zich draagt, net als 9 × 9 = 81. Dus ook hier vinden we voor het getal 199 × 359 de indirect de relatie met het getal 9 × 9 × 359, met het getal 359 als constante factor. Gerekend in dagen is er ook een relatie met 9 × 359, in de zin dat 653 × 9 × 359 dagen na 7 september -3760 samenvalt met een heliakische opkomstdatum van Venus, namelijk circa 28 maart 2017, dus een maand na de eerder aangehaalde datum van 28 februari. Daarbij is tevens opvallend dat 28 oktober 2016 slechts 26 dagen na het einde van het Hebreeuwse jaar 5776 valt, waarbij 5776 = 76 × 76. Ook 76 maakt deel uit van de rij van Lucas en is bovendien de som van de cijfers van de beide cijferreeksen van φ (40) en van de cijfers van het pad daar omheen (36). Daarnaast maakt niet 5776, maar 5778 tevens deel uit van de rij van Lucas. Echter, 5776 komt tevens overeen met het kwadraat van de laatste twee cijfers 76 van 5776. Het volgende jaar 5777 begint op 3 oktober 2016. Precies 29 × 9 dagen later valt op de midzomer van 2017 (21 juni, daarover later meer). Daarbij komt 29 × 9 = 261 dagen met een verschil van 1 overeen met de tzolkin-cyclus, komen 9 dagen overeen met de 9 heren van de nacht (de "Mayaanse week") en maakt 29 tevens deel uit van de rij van Lucas.
Het getal 359 heeft tevens een relatie met de Islamitische kalender: het einde van het Islamitische jaar valt in het jaar 2016 samen met het einde van het Hebreeuwse jaar, namelijk op 2 oktober. Dat is het Islamitische jaar 1437 en valt slechts een jaar na 1436 en dat is 4 × 359! Indirect is er daarmee per definitie ook weer een relatie met de lunaire maand, want een Islamitisch jaar is per definitie 12 lunaire maanden. De midzomersolstice van 21 juni 2017 valt nagenoeg 21 lunaire maanden na het einde van het jaar 1436, waarbij 21 deel uitmaakt van de rij van Fibonacci.
De formatie heeft tevens een relatie met de Lange Telling van de Maya’s. Deze staat in verband met de oprichting van de wereldboom van de zogenaamde Grote Cyclus: de stichting van een wereldtijdperk. De Lange Telling begon op 13 februari -3113 en is het begin van de oprichting van die wereldboom. De oprichting van de wereldboom duurde 180 dagen en werd voltooid op 11 augustus -3113 (door de Maya’s 4 Ahau, 8 Cumku genoemd). De einddatum van de Lange Telling is 1 juni 2012. Dit mag niet verward worden met het einde van de Grote Cyclus op de bekende datum van 21 december 2012. Wanneer we terugkeren naar de formatie, dan blijkt dat de cijferreeks van het pad die begint bij de inkeping van 3 segmenten, een bijzondere betekenis heeft. Dit is de cijferreeks 1711. Daarbij zagen we al dat de middelste twee cijfers (het getal 71) een relatie heeft met de periode van het begin van de Juliaanse kalender (1 januari -44) tot 28 oktober 2016 en 171 en 11 een relatie hebben met Jupiter. Echter ook anderszins hebben getallen met drie cijfers in deze reeks een betekenis (merk daarbij op dat er een relatie is met de 3 segmenten van de inkeping). De laatste drie cijfers (711) komt namelijk overeen met de datum van de formatie tot de einddatum van de Lange Telling op 1 juni 2012. De Lange Telling is primair gebaseerd op een periode met een omvang van 13 Baktun = 260 Katun (260 × 20 × 360 dagen, tevens 7200 Tzolkin-cycli). Daarbij geldt dat 160 Tzolkin-cycli overeenkomen met exact 359 synodische cycli van Mercurius, waarbij de relatie met de formatie frappant is te noemen. Het negenvoudige van die periode is gelijk aan 1440 Tzolkin-cycli en is tevens gelijk aan 52 Katun (merk op dat 1440 = 10 × 144 en 144 deel uitmaakt van de rij van Fibonacci). Die periode van 52 Katun is gelijk aan 9 × 359 synodische cycli van Mercurius en dat sluit nog preciezer aan op de formatie. De totale periode van de Lange Telling is in theorie de periode van 13 februari -3113 tot en met 24 juni 2012 (13 Baktun), maar de feitelijke einddatum van de Lange Telling viel 23 dagen eerder, op 1 juni 2012. De reden daarvan en het verschil met het einde van de Grote cyclus op de midwinter solstice 2012 valt buiten het kader van dit artikel. Die datum was echter nog niet het einde van de 9 onderwerelden. De formatie zet het einde van de 9 onderwerelden in de periode van 28 oktober 2016 tot 28 februari 2017 in het licht van het begin van de Lange Telling. Daarbij is de cijferreeks van de laatste 4 cijfers van het pad, de cijferreeks 1711 weer de sleutel. Wanneer we de eerste 3 cijfers van deze cijferreeks beschouwen en deze met de 3 van de 3 segmenten vermenigvuldigen, vinden we 3 × 171 = 513. Dat is precies een tiende van de nagenoeg precies 5130 jaar van 13 februari -3113 tot eind februari 2017: het einde van de Gregoriaanse kalender. Daarbij is er ook een relatie met de zogenaamde Metonische cyclus. Dit houdt in dat 19 jaar nagenoeg precies overeenkomen met 235 (5 × 47) lunaire maanden. De totale periode van 5130 jaar omvat 270 × 19 jaar of 3 × 18 × 47 × 25 lunaire maanden, waarbij 3, 18 en 47 deel uitmaken van rij van Lucas en 25 het aantal liggende segmenten is dat deel uitmaakt van cirkelbogen (van 3, 5 of 7 segmenten). Daarnaast komt de periode van 5130 jaar overeen met afgerond 14 × 1155 = 16.170 synodische cycli van Mercurius. Het getal 1155 is een kerngetal van de formatie en komt een paar keer terug. Er wordt dus enerzijds verwezen naar de relatie tussen Mercurius en de Lange Telling (9 × 359 cycli per 1440 tzolkin-cycli = 52 katun), maar anderzijds naar de relatie tussen het begin van de Lange Telling en het einde van de Gregoriaanse kalender op 28 februari 2017. Voor Mercurius duurt die periode 15 synodische cycli langer, maar opmerkelijk genoeg heben beiden perioden (16.155 = 5 × 9 × 359 en 16.170 = 14 × 1155 synodische cycli van Mercurius) een nauwe relatie met de formatie.
De formatie verwijst naar 7 jaar in de toekomst. De formatie is van midzomer 2010 en verwijst dus naar midzomer, 21 juni, 2017. Er zijn een aantal factoren die dat duidelijk maken. De indeling van de cirkel in 20 segmenten heeft een relatie met de Vinal, de periode van 20 dagen. Het blijkt dat de getallen 29 en 79 van het eerder gevonden getal 29079 in samenhang met de gulden snede ons hierin verder de weg wijzen. Er geldt namelijk: - 79 × 1,61803399 × 20 = 2556,5 ≈ 2557; dat refereert aan 2557 dagen of exact 7 jaar. - De relatie met 7 jaar komen we ook tegen in verband met de eerder aangehaalde periode van 6 × 7 × 7 × 7 = 2058 jaar in verband met de levensduur van de Juliaanse/Gregoriaanse kalender en in verband met het gegeven dat het jaar 2016/2017 overeenkomt met het Hebreeuwse jaar 5777. - 29 maakt deel uit van de rij van Lucas. 7 jaar komt overeen met circa 29 × 88 dagen, waarbij 88 dagen de omlooptijd van Mercurius om de zon is. - Er liggen nog meer relatie met de rij van Lucas. Want die 29 keer dat Mercurius om de zon draait komen overeen met 2 × 11 synodische cycli van Mercurius (11 maakt deel uit van rij van Lucas). De relatie met Mercurius vinden we terug in de samenstand van Mercurius met de zon op 21 juni 2017 alsmede op de datum van de formatie (met een wat grotere orb). - De periode van 2557 dagen komt op een dag na overeen met 2 × 47 draconische maanden, waarbij 47 ook weer deel uitmaakt van de rij van Lucas. - We zagen dat in relatie tot de lunaire maand, het begin van de Juliaanse kalender gerelateerd is aan 11 juni 2010, 10 dagen voor de formatie. Daarbij ligt er nog een tweede relatie met het getal 29, want de periode van die datum tot 21 juni 2017 komt overeen met nagenoeg precies 3 × 29 lunaire maanden. © Marc Smulders Last update: May 18, 2016
|
|||||||||||